Algemeen Nut Beogende Instelling

Onze con­gre­ga­tie is er­kend als ANBI waar­door giften af­trek­baar zijn van de be­las­ting.

Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ)

Casa Carmeli is lid van Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg

Netwerk Palliatieve Zorg

Casa Carmeli is lid van Netwerk Palliatieve Zorg

Zr. Maria Theresia Demetz vertelt

gepubliceerd: maandag, 22 juli 2024

Ik, zr. Maria Theresia wil graag mijn her­in­ne­ringen aan de stichteres, Moeder Maria-Teresa Tauscher, van de Carmel van het god­de­lijk Hart van Jezus met jullie delen.

Thuis bij mijn ouders, las ik een adver­tentie in het katho­liek dag­blad met de oproep: Wie redt een wit hei­den­kind? Ik las dat er in Berlijn het eerste St. Josephhuis in de Pappelallee geopend was door Maria Tauscher. De adver­tentie liet me niet los en dacht er veel over na. Ze beschreef de ontzaglijke ellende van de vele arme, voor het grootste deel onge­doopte kin­de­ren, die in de grote ste­den van Europa, met name Berlijn, voor galg en rad opgroei­den. Zij was de eerste, die daar­mee de aan­dacht van de katho­lie­ke wereld op de arme hei­den-kin­de­ren van Europa ves­tigde. De onderti­tel luidde: St. Jozefshuis, thuis voor thuis­loze kin­de­ren, Pappelallee 110-111. Maria Tauscher. Wie was deze Maria Tauscher toch?

Mijn vader oor­deelde dat zij zeker pro­tes­tant moest zijn; In Berlijn waren toch alleen maar pro­tes­tan­ten. Dezelfde oproep werd gelezen door kape­laan Karl Ettl in de “Meraner Bürggräfler”. Hij was kape­laan in Innsbruck. Hij stuurde haar regel­ma­tig giften en iedere keer ont­ving hij van mejuffrouw M. Tauscher een mooie, uit­ge­breide brief over het begin en de voor­uit­gang van het werk en dat ze het liefst kan­di­da­ten uit Tirol zou willen hebben. Deze brieven - al een flink aantal - kreeg ik van hem om ze te lezen. Ik werd let­ter­lijk gegrepen door de inhoud en werd zo en­thou­siast dat ik over geen enkele orde meer wilde horen. De naam: Dienaressen van het God­de­lijk Hart van Jezus, de levens­wij­ze naar de oude regel van de Karmel en de con­sti­tu­ties van de heilige moeder Teresa van Avila, de zorg en de opvoe­ding van kin­de­ren uit de armste lagen van de bevol­king, de huis­mis­sies bij de van God afge­dwaalde gezinnen, name­lijk bij arme emi­gran­ten. Daarbij de eerste ijver en boetegeest van een nieuwe, door God geïnspireerde ge­meen­schap. Dit alles trok me enorm me aan en ont­vlamde in mij een groot verlangen.

Ik besloot haar een brief te schrijven:

 

St. Ulrich, 1 maart 1897

Zeer geëerde mejuffrouw!

Vanwege de goed­heid van de hoogeer­waarde heer pastoor, werk­zaam in het stads­pas­to­raat te Innsbruck, is mij de eer en het geluk ten deel gevallen, geëerde mejuffrouw Tauscher en haar grote werk, het Sint Jozef-kinderhuis te leren kennen. Hoewel mijn onwaar­dige naam u ook reeds bekend zal zijn, zal het u toch niet ongewenst zijn, de nadere details over mijn leven te horen.

Ik ben van 10 kin­de­ren de op twee na oudste, en op dit moment naast vier broers de enige dochter, aangezien God de anderen bij Zich heeft geno­men in de hemel. Behalve de twee jaren op kost­school, de drie maan­den lokale kookles en 1 jaar naailes in Innsbruck, was ik altijd thuis en hielp ik mijn moeder in het huis­hou­den. Mijn be­lang­rijk­ste bezig­heid was koken en naaien, en daar­naast het ver­rich­ten van huishou­de­lijke taken.

Sinds geruime tijd voel ik nu de aan­drang, mij aan het klooster­lijk leven te wij­den. Ik heb hierover gesprekken gehad met de bo­ven­ge­noem­de hoogeerw. heer, mijn enige biecht­va­der, die ik volle­dig heb ver­trouwd. Mijn wens was het missiezuster te wor­den, want ik heb een grote voor­liefde voor hui­se­lijk­heid en de opvoe­ding van kin­de­ren. Hier kwamen grote moei­lijk­he­den en hindernissen op mijn pad, en daarom verwees de hoogeerw. heer Ettel mij naar Berlijn, naar dit grote missie­werk voor de witte hei­den-kin­de­ren, in het Sint Jozef-huis. Ik was er direct en­thou­siast en vastbesloten over, want ik zag daar een uit­ge­breid veld van zeer ver­diens­te­lijk werk en hui­se­lijke taken.

De bedoeling van deze brief nu, zeer geëerde mejuffrouw, is het vragen om mijn opname, die u mij al via hoogeerw. heer Ettel toegezegd hebt, in uw vrome genoot­schap, en er naar toe te gaan, wat nu mijn enige wens is.

Hooggeëerde mejuffrouw Tauscher! Ik kom bij u met een hart vol vreugde en met de pure bedoeling, de lieve God alleen in armoede en maag­de­lijk­heid te dienen. Ik verlaat mijn mooie vaderland, mijn goede ouders en lieve broers, om mijn leven voor het wel­zijn van deze onster­fe­lijke kinderzielen, de lievelingen van de Heer, te offeren. Ik ver­trouw mij aan u toe en geef mij aan u over als mijn tweede moeder, met lichaam en ziel, met mijn zwak­he­den en gebreken en voeg mij in dee­moe­dige ge­hoor­zaam­heid in al uw aan­wij­zingen.

Sta mij toe hierbij mijn foto’s en enkele ge­tui­ge­nissen te voegen. De overige doop- en vaccinatiebe­wij­zen, mijn paspoort en ge­zond­heids­ver­kla­ring zal ik later nasturen. Wat betreft de mee te brengen was en kle­ding­stukken vraag ik u vrien­de­lijk, mij te laten weten, hoeveel er nodig zijn en hoe ik deze te vervaar­digen zijn. Omdat ik ze zelf wil maken en er veel andere dingen te regelen zijn, is de tijd erg krap, maar we zullen zien, het uiterst moge­lijke te doen; mis­schien na Pasen - de hoogeerw. heer Etten heeft mij uw ge­waar­deerde foto’s gestuurd om te bekijken. Ze zijn mij zo goed bevallen.

Ten slotte vraag ik u nu, hooggeëerde mejuffrouw, me uw liefde en genegen­heid te willen schenken, die ik altijd zal streven waar­dig te be­ant­woor­den.

Met blijken van de grootste hoogach­ting, wacht met eerbie­dige handkus, uw weledel­waar­dige geheel gegeven,

Maria Demetz

 

Mijn ouders ston­den geheel achter de kloosterroe­ping van hun enige dochter. Vader Dominik voegde de volgende zinnen aan het opnameverzoek toe:


St. Ulrich, 2 maart 1897

Weleer­waar­dige mejuffrouw Tauscher!

Haar moeder en ik kunnen de brief van onze dochter niet laten weg­gaan zonder ook van ons enkele regels aan u, hooggeëerde mejuffrouw, toe te voegen. Maria is onze enige dochter, zij was altijd zeer lief en een grote hulp voor haar moeder. Het is voor ons wel echt zwaar om haar te verliezen. Toch zien wij in, dat dit haar roe­ping is, en dat zij in het klooster gelukkig zal zijn; en wat wil ons ouderhart anders dan het geluk van onze kin­de­ren.

Daarom brengen wij dit offer aan onze lieve God en geven wij onze Maria over aan u, zeer eer­waar­dige mejuffrouw en aan uw grote werk, wel met een zwaar hart, maar met het volste ver­trouwen.

Met de grootste hoogach­ting onder­te­ke­nen vol eerbied,

Dominik en Maria Demetz

overzicht van blogs

maandag, 2 september 2024De Moeder van de Pappelallee
woensdag, 7 augustus 2024Intreden in Berlijn 1897
maandag, 22 juli 2024Zr. Maria Theresia Demetz vertelt