
De Moeder van de Pappelallee
Het grote, nieuwe huis was al helemaal van top tot teen gevuld met kinderen en ingedeeld in afdelingen voor kleine en grote kinderen, voor jongens en meisjes. Iedere dag liep Moeder een keer, op verschillende uren, door het hele huis om te zien of alles in orde was. Haar schrijfkamer op de hoogste verdieping van het huis was toegankelijk voor alle zusters en kinderen. Het lag haar bijzonder aan het hart dat het allen goed ging.
Ondertussen had zij ook al andere huizen gesticht en daar moest zij natuurlijk ook voor zorgen. Regelmatig ging zij bij de zusters daar op bezoek, ze was dan een paar weken onderweg naar Vechta in Noord Duitsland en in Bohemen wat nu Tsjechië is. Wanneer ze dan met de avondtrein ‘s nachts weer aankwam, stonden we allemaal op, om Moeder te begroeten. Daarnaast hadden de twee andere huizen in Berlijn ook haar zorg nodig.
In deze tijd waren er ongeveer 30 à 40 zusters, de postulanten meegerekend.
Samen baden we het kleine brevier van het Goddelijk Hart van Jezus, en de dagorde was toen hetzelfde als tegenwoordig.
Moeder bad zelf, wanneer ze thuis was, het morgen- en avondgebed voor, en ook de meditatie en de lezing. Zij deed dat met zo'n uitdrukking dat iedereen tot in het hart ontroerd was.
Ze hielp ook zelf mee met het meest nederige werk en schilde samen met de grote jongens aardappelen op het binnenplaats, voor wie dat een grote vreugde was.
In mijn geboorteplaats spreken we naast Duits ook Italiaans. Daarom stuurde Moeder mij al snel na mijn intrede naar haar geliefde Italianen. Zij woonden in grote getalen in en in de naaste omgeving van de Pappelallee. Zij waren erg blij, dat er iemand in het Italiaans met hen kon spreken, vooral de vrouwen, kinderen en enkele ouderen. Ik nodigde hen, in Moeders naam, uit om zondag naar de heilige Mis met preek in onze kapel te komen. Een Italiaanse priester, die in Berlijn studeerde, woonde in een door moeder gehuurd naastgelegen huis.
Op Moeders wens bad ik in de meimaand ieder avond de rozenkrans in het Italiaans voor en nodigde de Italianen ervoor uit. Samen zongen we na de rozenkrans Italiaanse Marialiederen. Er kwamen er iedere keer wat meer en niet alleen vrouwen, maar ook mannen. Zo kwam het dat ze ook vaker de sacramenten gingen ontvangen zoals de communie en de biecht. Velen hadden tientallen jaren niet meer de mogelijkheid gehad. Ook een oudere vrouw ontving het sacrament van de biecht, Een oude vrouw, nadat ze al tien jaar niet meer gebiecht had, en kort daarna stierf zij. Zo vulde ik mijn dagen met allerlei bezigheden en hielp ik daar waar ik nodig was.