Algemeen Nut Beogende Instelling

Onze con­gre­ga­tie is er­kend als ANBI waar­door giften af­trek­baar zijn van de be­las­ting.

Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ)

Casa Carmeli is lid van Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg

Netwerk Palliatieve Zorg

Casa Carmeli is lid van Netwerk Palliatieve Zorg

20 september 1938 - sterfdag van Moeder Maria-Teresa

gepubliceerd: donderdag, 19 september 2024

Op 20 sep­tem­ber is het 86 jaar gele­den dat onze stichteres Moeder Maria-Teresa van de h. Jozef stierf. Ze gaf, kort na 2.30 in de vroege morgen, haar geest terug aan haar schepper op de manier waarop ze geleefd had: vre­dig en in overgave. Ze was omringd door haar zusters van het Moederhuis in Sittard.

Op het moment van haar dood waren er 58 Sint-Jozef­hui­zen in Europa en Amerika, telde de con­gre­ga­tie 1.000 zusters en zorg­den zij voor ongeveer 10.000 kin­de­ren. 

Kort voor haar dood sprak zij, als testa­ment aan ons, haar laatste woor­den: “Alles wat God doet is goed. God altijd loven en prijzen”.

Zij zei dit na een moei­lijk leven, ze had veel obstakels te over­win­nen en kende menige tegen­slag, maar stelde steeds al haar ver­trouwen op God. 

Zij werd geboren op 19 juni 1855 in Sandow, Mark Bran­den­burg (nu Polen), als dochter van de Lutherse dominee Hermann Traugott Tauscher.

Op 33 jarige leef­tijd bekeerde zij zich tot het katho­lie­ke geloof en werd op 30 ok­to­ber 1888 in de Kerk van de Apos­te­len in Keulen in de katho­lie­ke kerk opgeno­men.

In 1891 begon ze een klein kindertehuis in Berlijn, waar er nog veel meer van zou­den volgen. Vanaf 1897 leidde ze een leven volgens de regel van de karmel met jonge meisjes die haar hielpen bij de opvoe­ding van haar kin­de­ren. Het duurde lang voordat ze van de Kerk erken­ning kreeg voor haar ge­meen­schap die ze Zusters Karme­lie­tes­sen van het God­de­lijk Hart van Jezus noemde. Zij zelf nam de naam Maria-Teresa van Sint Jozef aan omdat ze Sint Jozef de zorg voor alle huizen had toe­ver­trouwd en nooit werd teleur­ge­steld. 

Het werk, de Karmel van het God­de­lijk Hart van Jezus, verspreidde zich snel over heel Europa. Ze kwam in 1898 naar Neder­land en voelde zich meteen thuis omdat haar voor­ou­ders van moeders­kant ooit van Haar­lem naar Pots­dam (bij Berlijn in Duits­land) waren geëmi­greerd. 

Zij bracht de laatste jaren van haar leven door in Sittard, dat sinds 1922 het moederhuis van de con­gre­ga­tie was.

Ze was uitge­put door al het werk en apos­to­laat, de nieuwe stich­tingen in Europa en Amerika en het lei­den van de con­gre­ga­tie, toch vond ze nog kracht en tijd om haar autobiografie en de Kon­sti­tu­ties te schrijven.

Op 20 sep­tem­ber 1938 blies ze haar laatste adem uit. Kort na haar dood kwamen velen naar haar graf en smeekten haar om hulp uit de hemel. Ze had beloofd “tranen te drogen en de won­den van zielen te helen” na haar dood. Vele verhoorde gebe­den leid­den tot de start van haar zalig­ver­kla­rings­pro­ces. Op 13 mei 2006 werd ze in Roermond zalig verk­laard.